Les 10

Ja, maar…
In de afgelopen lessen is in feite de kern van het christelijk geloof behandeld. Even kort samengevat: God houdt van ons en wil een relatie met ons, zonde zorgt echter voor een kloof tussen God en ons., het offer van Jezus maakt die relatie alsnog mogelijk, De Heilige Geest helpt ons bij het invullen van die relatie. Dit verhaal geldt ook voor jou persoonlijk. God houdt van jou. Hij is op zoek naar jou. Hij wil een relatie met jou. En Hij heeft ook al geregeld dat dat mogelijk is. Zonder dat je er zelf iets voor hoeft te doen! Vergelijk het maar met een vader en moeder die direct van hun pasgeboren baby houden – terwijl dat kindje daar zelf nog niets voor heeft gedaan.

♪ KLIK HIER OM DE HELE LES TE BELUISTEREN!

We hebben echter alle vrijheid om ‘nee’ of ‘ja, maar…’ te zeggen tegen een relatie met God. En dat brengt ons bij deze les: die is bedoeld om ruimte te geven aan alle ‘ja maars’. Er kunnen namelijk allerlei weerstanden en worstelingen zijn, die iemand weerhouden van het kiezen voor een leven met God.

Stel jezelf de volgende vragen, als persoonlijke voorbereiding op deze les:
1. Hoe zou je de afgelopen lessen samenvatten, in je eigen woorden?
2. Wat voor nieuws heb je daarin ontdekt?
3. Hoe ‘logisch’ vind je het verhaal tot nu toe?
4. Waar zie je nog hiaten of knelpunten?

Hieronder vind je achtergrondinformatie bij het onderwerp. Het is de bedoeling dat je die vóóraf doorneemt, om je optimaal voor te bereiden op de bijeenkomst.

Cadeau

Zoals gezegd, is het God die een oplossing biedt voor ‘de kloof’. Wij hoeven daar zelf niets voor te doen (dat kunnen we niet eens). Het eeuwige leven met God krijgen we als het ware cadeau, het is een geschenk dat ons wordt aangeboden. Zo wordt het ook letterlijk genoemd in Romeinen 6:23.

Wanneer iemand dit cadeau heel bewust aanneemt, is er sprake van ‘bekering’. Misschien vind je dat woord maar vreemd klinken, of zelfs een beetje eng. Maar dat valt wel mee: bekering wil gewoon zeggen dat iemand een nieuwe weg inslaat in het leven. In het woordenboek staat: “verandering van levensrichting”. Oftewel, iemand keert zich af van een bepaalde levensrichting en kiest een nieuwe. In de context van het christelijk geloof wil dat zeggen: iemand keert zich af van een weg zónder God (een weg die leidt tot de dood) en kiest voor een weg mét God. Klik hier om te lezen hoe 'bekering' wordt omschreven in de Bijbel.

Belangrijk is dat het gaat om een weloverwogen en bewuste keuze. Wanneer mensen zich bekeren, hebben ze eerst ingezien dat Jezus de straf voor hun zonde heeft gedragen; en vervolgens maken ze bewust een persoonlijke keuze om Jezus’ offer te accepteren en Hem te gaan volgen.

Echter, niet iedereen vindt het makkelijk om dit cadeau van God aan te nemen. Er kunnen allerlei belemmeringen zijn, weerstanden die iemand tegenhouden. Hieronder worden er enkele besproken.

Bang voor verandering?

Veel mensen vinden veranderingen maar niets. Ze willen liever bij het oude vertrouwde blijven. Dat is op zich ook wel begrijpelijk, want veranderingen kunnen best spannend zijn – zeker als je niet precies weet wat je te wachten staat. Voor sommige mensen is het een vreemde gedachte om hun leven ‘over te geven’ aan iemand die ze niet eens zien… Het voelt als een sprong in het diepe. Dat kan een angstig gevoel geven. Hieronder enkele voorbeelden van vragen die kunnen opkomen.

Gaat God straks alles voor mij beslissen? Word ik gehersenspoeld?

Inmiddels is het je hopelijk duidelijk dat God niemand dwingt om iets te doen. God heeft ons bewust geschapen met een vrije wil. Want Hij wil een echte, goede relatie met ons. En die kan alleen bestaan als beide personen in die relatie daar zelf voor kiezen (zie Les 5). Die vrije wil houdt niet op als we eenmaal voor God hebben gekozen. God zal onze vrije wil altijd respecteren. Hij zal ons wel in de juiste richting wijzen, maar het blijft altijd onze eigen keuze of we die richtingaanwijzingen willen volgen.

Zal mijn eigen identiteit verloren gaan?

Er wordt weleens gezegd: ‘God houdt van je zoals je bent, maar Hij houdt te veel van je om je zo te laten.’ De tweede helft van die zin kan een beetje eng klinken. Gaat onze identiteit, ons ‘eigen ik’, dan soms verloren? Nee. Als we ervoor kiezen om Jezus te volgen, blijven we gewoon wie we zijn. Iedereen blijft dezelfde persoon.

Dat neemt niet weg dat er wel degelijk iets kan veranderen. Maar dat is meer een kwestie van ‘ontwikkeling’ van de bestaande identiteit. Een zekere groei in karakter. Hierover heb je al iets kunnen lezen in Les 9: De Heilige Geest kan mensen van binnenuit veranderen. Dat doet Hij overigens alleen als we het zelf willen. Maar mensen die eenmaal besloten hebben om Jezus te gaan volgen, willen meestal ook wel veranderen. Ze willen veranderen in een betere versie van zichzelf; versie 2.0.

Hoe zit het met mijn gewoontes? Zijn er straks allerlei dingen die ik niet meer mag? Of dingen die ik juist moet?

Het klopt dat mensen vaak anders gaan leven nadat ze voor God hebben gekozen. Dat is echter geen kwestie van ‘moeten’ of ‘niet meer mogen’, maar een kwestie van ‘anders willen’. Ze laten bijvoorbeeld bepaalde zondige gewoontes los omdat ze beseffen dat die niet goed voor hen zijn. Andere dingen willen ze juist wél gaan doen, omdat ze merken dat ze er veel aan hebben (zoals bidden of in de Bijbel lezen).
God is geen veeleisende God met heel veel regeltjes. God geeft in de Bijbel wel bepaalde ‘spelregels’, maar dat zijn geen eisen of verplichtingen. Integendeel! Ze zijn bedoeld om ons te helpen, om te laten zien welke manier van leven voor ons het beste is.

Vraagt God straks dingen van me die ik misschien niet waar kan maken?

Zoals gezegd: God stelt géén eisen. Het eeuwige leven met Hem is een cadeau. We hoeven dus niet bang te zijn dat we het straks niet goed genoeg doen. God verwacht bijvoorbeeld niet dat mensen na hun bekering nooit meer zullen zondigen. Hij weet allang dat dat voor niemand haalbaar is. Maar dat geeft ook niet: ook de zonden ná de bekering zijn al ‘betaald’ door Jezus.

Dit zijn slechts enkele voorbeelden. Er zijn nog meer dingen waarvoor mensen zo bang kunnen zijn dat ze geen keuze durven te maken. Maar angst is een slechte raadgever. Het is beter om een weloverwogen keuze te maken. Bang zijn voor verandering komt vaak voort uit onzekerheid. Het kan daarom zinvol zijn om zulke vragen eens te bespreken met mensen die de stap al hebben gezet om Jezus te gaan volgen. Ook zij zijn misschien bang geweest voor bepaalde veranderingen. Maar vaak blijkt het achteraf allemaal mee te vallen.

Moeite met de reactie van anderen?

Iedereen heeft mensen om zich heen die een belangrijke rol spelen. Denk aan familie, vrienden en collega’s. Soms kunnen die helpen bij het maken van een persoonlijke keuze voor God. Maar ze kunnen ook belemmerend zijn. Hieronder enkele voorbeelden daarvan.

Mijn partner wil het niet. / Mijn ouders zijn er tegen.

Familierelaties kunnen behoorlijk belemmerend werken bij het maken van een geloofskeuze. Zeker als het gaat om een ongelovige partner of ongelovige ouders. Dat is niet ongewoon. Het vraag tact en wijsheid om daar op een goede manier mee om te gaan. Dat is soms een flinke worsteling. Het kan dan goed zijn om eens te spreken met anderen die ermee te maken hebben gehad. Hoe zijn zij ermee omgegaan?

Ik ben bang dat ik zal worden uitgelachen. / Ik denk dat ik anders zal worden behandeld.

Dit kan op zich nog wel meevallen. Vaak oogst het juist respect als iemand ergens in gelooft en er principes op na houdt. Maar het komt inderdaad voor dat de omgeving in eerste instantie negatief reageert als iemand christen wordt. Dat heeft er dan meestal mee te maken dat er veel vooroordelen over het geloof zijn. Daarom is het voor nieuwe christenen goed om open te zijn, duidelijkheid te geven en te laten merken dat het geloof belangrijk voor hen is. Kritiek en vooroordelen verdwijnen dan vaak snel, zo leert de ervaring. Het helpt ook als de omgeving merkt dat iemand door het geloof verandert in positieve zin.

Het is helaas mogelijk dat bepaalde mensen negatief zijn en ook blijven. Dat is vervelend en kan best moeilijk zijn. Geloof kan soms ook iets kosten…

Niet goed genoeg?

Het is al eerder gezegd: God stelt géén eisen. Toch hebben veel mensen op één of andere manier het idee dat ze tekortschieten, of dat er eerst iets moet veranderen voordat ze een keuze voor God kunnen maken. Hieronder enkele voorbeelden van zulke gedachten. Klik erop voor een korte reactie.

Ik weet nog te weinig van de Bijbel. / Ik weet nog niet genoeg over het geloof.

Er gaat geen examen vooraf aan bekering. Er is ook geen ‘kennisdrempel’. Het is voldoende om te weten wat Gods reddingsplan voor mensen inhoudt en dat te accepteren.

Dat was in de Bijbelse tijd overigens ook al zo. Zie bijvoorbeeld Handelingen 2:37-41: Petrus’ toespraak raakte veel mensen diep en zij bekeerden zich dezelfde dag nog. Zij gingen niet eerst nog allerlei studies volgen of een poos stage lopen bij Jezus’ leerlingen of iets dergelijks.

Bekering is slechts een begin. Daarna heb je alle tijd om verder te leren en te groeien.

God kan mij vast nooit vergeven. Ik heb het te zeer verknoeid.

Niemand hoeft bang te zijn dat hij te erg heeft gezondigd. Wat we ook hebben gedaan, God is bereid om het te vergeven. Wat het ook is. Zelfs de ergste zonde wordt wit gewassen als sneeuw (zie Jesaja 1:18). En we kunnen ook niet ‘te vaak’ zondigen. Als we onze zonden toegeven, zal God die allemaal vergeven (zie 1 Johannes 1:9).

Ik wil eerst mijn leven op orde hebben, zodat God me kan accepteren.

Deze gedachte is een grote valkuil. Want wanneer zouden we dan goed genoeg zijn? Als we volmaakt en zonder zonde zijn? Dat zal ons nooit lukken. Maar dat hoeft ook helemaal niet. Jezus heeft Zijn leven niet voor ons gegeven omdat we ‘goed genoeg’ zijn – maar juist omdat we zondig zijn! Jezus heeft de weg vrij gemaakt, waardoor wij te allen tijde tot God mogen gaan. Voor God is elk moment het juiste moment.

Het gaat God niet om wat iemand ‘te bieden heeft’. Het enige wat Hij wil, is ons hart! Er is niemand die niet goed genoeg is. Niemand! Iedereen is van harte welkom bij God. En alle mensen mogen bij Hem komen zoals ze zijn. Dit lied drukt daar iets van uit.

En verder?

In deze les zijn verschillende belemmeringen aan de orde geweest. Misschien heb je er wel iets van herkend. Maar het was natuurlijk geen uitputtende lijst. Mogelijk heb je zelf heel andere dingen die in de weg zitten. Wat het ook is, vertel het gerust aan God – Hij begrijpt het echt wel. Weet dat God al voor jou heeft gekozen! Je kunt met alles bij Hem terecht. Verder kan het goed zijn om je eigen ‘ja maars’ eens te bespreken met andere cursisten of met een gespreksleider.

In Les 11 gaan we kijken naar de andere kant van de medaille: wat levert het eigenlijk op om te kiezen voor een leven met God? Vervolgens mag je op basis van deze twee lessen de balans opmaken voor jezelf.

NAAR LES 11 | WAT HEB IK ERAAN? >

 

© Stichting Pijler producties